Startpagina Modelspoor Modelauto's Baanontwerp Integraal


Baan met treindetectie (TD)



baanontwerp
onderbouw
railplan
blokstructuur
wegenplan
station
lift
sceenery




Onder blokstructuur heeft u kunnen lezen  hoe de 19 blokken van de treinbaan logisch aan elkaar verknoopt zijn. In het onderstaande schema ziet u een meer fysieke weergave van de spoorbanen met          wissels, detectietrajecten en de koppeling met de treindetectie modules.
De blokken B4/B6,  B5/B11, B9/B10/B12/B13, B8/B14 en B1/B7 vormen een dubbelspoor met aan de bovenkant het station. De blokken worden bij voorkeur in één richting bereden, aangegeven door een zwarte pijl. Het is wel mogelijk dat bepaalde blokken in omgekeerde richting bereden kunnen worden, aangegeven door een rode pijl.
Is een blok bezet dan wordt dit aangegeven door een rood sein in het voorliggende blok en moet een trein stoppen voor dit sein en mag pas weer het volgende blok inrijden als dit vrij is.
Als een trein een blok binnenrijdt wordt dit gedetecteerd door een trein detectiemodule en wordt de status van het blok bezet. De techniek van de treindetectie is uitgebreid beschreven in treindetectie, onderdeel van modules.
Een trein, die van vanuit blok B1 blok B4 binnenrijdt, wodrt op het eerste deel van de rails in blok B4 (in de figuur aangegeven met blauw 1.3). Dit deel van de rails is aangesloten op ingang 3 van treindetectie module 1. Elk blok heeft twee detectierails, aan het begin en aan het eind van het blok. Aan het eind van blok B4 heet de detectierail 5.4 (ingang 4 van treindetectie module 5). Deze detectierail is rood om aan te geven dat dit  het stoptraject is als het volgende blok bezet is. Wordt het blok in omgekeerde volgorde bereden dan is in dit geval 5.4 het detectietraject en 1.3 het stoptraject.
Zo heeft elk blok 2 detectietrajecten behalve de rangeerblokken  B15 tot en met B18, die er elk maar één heeft.

In totaal zijn er 5 treindetectie modules met elk 8 ingangen. Van de 40 ingangen worden er 34 gebruikt (2x15+1x4).
De treindetectiemodules zijn strategisch over de tafel verdeeld om de aansluitbedrading te minimaliseren. De detectierail is via een rangeerstrook onder de tafel aangesloten op de treindetectie module.
TD1 zit links onder, TD2 links midden, TD3 links boven, TD4 rechts boven en TD5 rechts onder de tafel.
 

                     

                Baan met treindetectie
                    Treinbaan met treindetectie modules