Startpagina | Modelspoor | Modelauto's | Baanontwerp | Integraal |
modelspoor |
Voor de aansturing van de locdecoders worden de eerste 4 van de 9 trits gebruikt voor de adressering. Het aantal verschillende locs dat met 4 trits kan worden geselecteerd bedraagt 34 = 81. Het maximaal aantal locomotieven dat op een digitaal bestuurde baan kan rondrijden bedraagt derhalve 81. Van de 50 tot en met de 90 trit worden
alleen de logische toestanden “ Om van rijrichting te kunnen veranderen, wordt de laagste snelheidscode (binair 0001) niet als zodanig gebruikt, maar als commando om de rijrichting om te keren. Omdat de 4 snelheidtrits niet driewaardig (trinair) maar tweewaardig (binair) worden gebruikt, kan de snelheid in 15 stappen worden geregeld (de laagste code wordt immers voor het veranderen van de rijrichting gebruikt). Onderstaande figuur toont het signaal om loc 15 (trit 1-4: 01X0 = 0.33 + 1.32 + 2.31 + 0.30 = 15) met uitgeschakelde richtingafhankelijke functie (trit 5 = 0) en snelheid 12 (trit 6-9: 1100 = 1.23 + 1.22 + 0.21 + 0.20) ![]() negen trits in het Motorola formaat. |
De eerste 4 trits worden ook wel de adresseringstrits genoemd en de trits 5-9 datatrits. Om er zeker van te zijn dat de informatie altijd juist wordt geïnterpreteerd worden deze pakketjes van 9 trits tweemaal na elkaar verzonden (bij rijdend materieel is dit beslist geen overbodige luxe). Een decoder kan zodoende twee pakketjes vergelijken en reageert pas als deze gelijk zijn.
In de bijlage van het boek Edits Pro (tabel 1) staat de adrescodering 0 tot en met 80 vermeld. In onderstaande tabel staan een vijftal voorbeelden gegeven.
adres |
byte |
trit |
berekening |
1 |
00000011 |
0001 |
0.33 + 0.32 + 0.31 + 1.30 |
10 |
00110011 |
0101 |
0.33 + 1.32 + 0.31 + 1.30 |
15 |
00110100 |
01X0 |
0.33 + 1.32 + 2.31 + 0.30 |
59 |
01001101 |
X01X |
2.33 + 0.32 + 1.31 + 2.30 |
73 |
01010011 |
XX01 |
2.33 + 2.32 + 0.31 + 1.30 |
adrescodering
Terug naar communicatie treinen.