Startpagina | Modelspoor | Modelauto's | Baanontwerp | Integraal |
modelspoor |
In deze locdecoder is tevens locdetectie geïntegreerd. De mogelijkheden zijn:
|
Om de decoder zo compact mogelijk te houden zijn vrijwel alle functies ondergebracht in de bekende PIC (zie bijgaand principe schema). Deze PIC16F84 uit de Motorola stal is zeer populair en goed voor zijn taak berekend. Zo heeft deze micro controller naast 13 I/O aansluitingen RAM, EPROM en zelfs EEPROM aan boord.
D1-D4 is de diodebrug die van de wisselende railspanning een keurige gelijkspanning maakt. Belangrijk is om zich te realiseren dat de diodes de beperkende factor zijn bij het bepalen van de maximale uitgangsstroom van de motor en de extra functies. Overschrijdt die totale afgenomen stroom de 1 Ampère dan kan worden overwogen om 4 extra SMD diodes parallel over de diodes van de brug te solderen waardoor 2 Ampère ter beschikking komt voor motor en extra schakelfuncties.
De PIC wordt op een wat ongebruikelijke manier van voedingspanning voorzien; via weerstand R1 en de EB overgang van transistor T1. Zenerdiode D9 begrenst de spanning op 5,1 V. Zolang de railspanning aanwezig is zal er via de EB overgang een stroom lopen waardoor de transistor in verzadiging wordt gestuurd en ingang RA3 van de PIC hoog blijft.
Wanneer de railspanning echter even wegvalt, daalt de spanning over condensator C4 onder de zenerspanning (plus de EB overgang van 0,7 V) en zal de transistor sperren. Het gevolg hiervan is dat de RA3 ingang van de PIC laag wordt. Er is een zekere vertraging ingebouwd zodat niet op elke stroomonderbreking wordt gereageerd; voordat C5 echter zover is ontladen, dat geen sprake meer is van een betrouwbare voedingspanning, voert de PIC een pouwer-down routine uit die de snelheids-, richtings- en functie informatie wegschrijft in de EEPROM.
Voor de aansturing van DC motoren is de locdecoder voorzien van een iets andere drivertrap. Een DC motor wordt op de punten DC-DC aangesloten. Als darlington T2 wordt open gestuurd dan kan T4 niet open gestuurd worden (de spanning op de basis is lager dan die op de emitter) maar T5 wel daar de spanning op de basis van T5 niet lager is dan die op de emitter. Het gevolg is dat de motorstroom van de plus van de gelijkgerichte voedingspanning via T5, de motor, D10 en T2 naar massa loopt. Als T2 spert kan de stroom (bij aansturing van T3) van T4 via de motor, D11 en T3 naar massa lopen. Aangezien de stroom nu in een andere richting door de motor loopt zullen de draai- en rijrichting nu ook tegengesteld zijn.
Resteert de ULM2004, een driver IC dat 7 darlingtons aan
boord heeft die hier worden gebruikt voor de aansturing van de functies en de
IR LED. Elke uitgang van het IC kan een maximale stroom van 500 mA leveren;
daarnaast mag het totaal geschakelde vermogen door de darlingtons niet boven de
Detectie wordt mogelijk gemaakt door een infrarode LED een signaal uit te laten zenden dat gemoduleerd is met het ingestelde locadres. Om gebruik te kunnen maken van goedkope IR detectie modulen moet dit een AM gemoduleerd signaal zijn met een 38 kHz draaggolf.