Startpagina | Modelspoor | Modelauto's | Baanontwerp | Integraal |
baanontwerp |
De baan bestaat uit 19 blokken .Elk blok heeft minimaal 2 detectietrajecten, behalve het rangeerterrein (B15 tot en met B18) in totaal zijn er 34 detectietrajecten, die via detectiemodules aangesloten worden op de B- aansluiting van de booster. Voor dit doel is de baan onderverdeeld in 5 secties (te weten: linksboven, rechtsboven, linksmidden, linksonder en rechtsonderonder), die elk vanuit een centraal deel (de booster) voorzien wordt van de basisspanning (positieve rijspanning R+ (rood) en retourleiding B- (groen)) volgens een stervormig net. Per sectie zijn rangeerblokken (kroonsteentjes), treindetectie modules, wisseldecoders en schakeldecoders voor de seinen benodigd. In Baanontwerp is dit schematisch weergegeven. Per sectie wordt de R+ en B- aansluiting van de booster aangesloten op het rangeerblok. Vanuit het rangeerblok wordt de rails gekoppeld met de R+, waardoor de + rail op 5 punten gekoppeld is met de booster. De wisselmodules en seinmodules worden eveneens vanuit het rangeerblok gevoed. De B- wordt per blok (Bn) via de detectiemodule aangesloten op het detectietraject (Bn.1), het stoptraject (Bn.3) en rechtstreeks op het middentraject (Bn.2). In onderstaande figuren is bovenstaande in detail uitgewerkt. |
rangeerstrook 1 (links onder)
Rangeerstrook 1 is dicht bij het centrale systeem (de booster) gemonteerd. De plus van de booster is aangesloten op kroonsteentje 1 en de min op kroonsteentje 10. Vandaaruit worden de rangeerstroken 2 tot en met 5 rechtstreeks gevoed (R2+, R3+, ......, R5-), zodat zo weinig mogelijk spanningsverlies optreedt.
De lokale rails krijgt dan haar voeding via rail+ en rail-, de sein en wisslmodules worden in dit geval gevoed door SM1, WM1 en WM2 (rood en blauw). De wissels krijgen een extra min-aansluiting (W1 en W2). De treindetectiemodule wordt aangesloten op de betreffende railsecties. Ingang 1 van TD1 is aangesloten op blok B1, sectie 3 en is in het baanoverzicht aangegeven met 1.1 (stopsectie, laatste sectie van blok B1) en is als zodanig ook aan het systeem bekend. Ingang 2 van TD1 is aangesloten op sectie 1 (eerste sectie van het blok) van blok B7 (1.2) enz. Bij de overige rangeerstroken is de zelfde methodiek toegepast.
rangeerstrook 2 (links midden)
rangeerstrook 3 (links boven)
rangeerstrook 4 (rechts boven)
rangeerstrook 5 (rechts onder)